Per locatie nieuws

 
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Binnen dit thema kunnen best veel dingen ook heel spannend zijn. Grote voertuigen, harde
geluiden…We stimuleren de kinderen om deel te nemen aan deze nieuwe activiteiten en te
laten zien dat het ook leuk kan zijn. We proberen ze te helpen met het verwoorden van wat ze
voelen. Veel belevenissen! Buiten een rondje lopen in de buurt, wat zien we en wat is
spannend?
Taalontwikkeling:
Voor dit thema krijgen we van de bieb weer een aantal mooie boeken om samen voor te lezen.
We stimuleren kinderen om te vertellen over wat ze in de boekjes zien. Hebben papa en mama
ook een fiets of auto? Hoe zien die eruit. Welke onderdelen zitten er aan onze fiets ?(woordenschat uitbreiden) Ook hangen we logo’s op, wat hoort er bij het plaatje?
Rekenontwikkeling:
Auto’s in lange rijen zetten en tellen. Hoeveel wielen hebben auto’s en hoeveel een fiets? Met
behulp van de picto’s vertellen hoe je op de peuterspeelzaal kwam. Hoeveel kinderen met de
fiets en hoeveel lopend of met de auto? We veel gaan bouwen, zoals een autogarage.
Motorische ontwikkeling:
In dit thema komen fietsen, rijden, steppen en andere manieren van voortbewegen aan bod. We gaan dat ook veel buiten doen. Op uitgetekende circuitjes bijvoorbeeld. Binnen gaan we aan de slag met
zand en auto’s, om te kijken welke sporen ze maken. Natuurlijk gaan we weer leuke knutsels maken, waaronder een grote auto gemaakt van een hele grote doos! Ook hebben we een speelmat waarover kan
worden gereden met kleine autootjes.
Zintuigelijke ontwikkeling:
Er valt van alles te ontdekken binnen dit thema. Hoe ruikt een auto? Bah vies? Welke geluiden maken voertuigen? Kijken kijken en nog eens kijken voordat je oversteekt met papa of mama.

Sociaal emotionele ontwikkeling:
De mol vertelt aan de kinderen, wie hij is en we stimuleren de kinderen om te zeggen Ik ben….. Stimuleren zichzelf te benoemen als ‘ik’ We geven de kinderen ruimte om naar andere kinderen te kijken en zorgen dat de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen en helpen ze om speelgoed te leren delen.
We laten kinderen helpen met opruimen. We stimuleren kinderen om dingen zelfstandig te doen, bijvoorbeeld zelf de tas uitpakken, oudere kinderen zelfstandig naar de wc te laten gaan.
Spelontwikkeling:
We maken een themahoek met een grote molshoop, gemaakt van een cementkuip met gaten. Hierin woont de mol, maar ook de andere dieren die voorkomen in het boekje zoals de duif, het paard, het konijn, de koe, het varken, de bromvlieg en de hond met bijbehorende poepjes worden toegevoegd.
Daarnaast maken we een themahoek met poppen, commode, potje, luiers enzovoort.
Motorische ontwikkeling:
Om te fijne motoriek te ontwikkelen zullen we een kleurplaat maken van een mol die uit zijn molshoop kruipt, we gaan poepjes kleien, een molshoop plakken met zelf geknipte of gescheurde snippers bruin papier, spelen met scheerschuim met een beetje bruine verf (ieh, het zal toch geen poepje zijn?!). We zullen ieder kind op een behangrol omtrekken en zichzelf daarna laten verven met een dikke kwast, zo kunnen we de behangpop een echte luier omdoen. Ook zullen we een ketting rijgen, waar het plas/poepdiploma aan komt. De grove motoriek wordt uitgedaagd, door te lopen als een kikker, hond, paard, leeuw of olifant. Ook gaan we een parcours lopen met een nep drol op ons hoofd. Het andere bewegingsspelletje dat aan bod komt is drolletje leggen (zakdoekje leggen).
Zintuigelijke ontwikkeling:
We gaan poepjes kneden met ontbijtkoek en water, wie durft het te proeven? Hoe voelt dit aan je handen? Met scheerschuim met bruine verf, gaan we een drolletje op tafel toveren, hoe ruikt dit en hoe voelt dit? We gaan konijnenkeutels proeven (dropjes) en dierengeluiden raden (horen).
Taalontwikkeling:
Tijdens het gehele thema wordt de mol ingezet als taalpoppetje. We laten de mol in de kring een opdrachtje geven aan de kinderen en als we in kleine groepjes spelen, gebruiken we de mol ook om het kind uit te dagen tot taal. Kan jij het poepje achter je leggen? Of welk dier vliegt in de lucht?
De kinderen krijgen ervaring met taalgrapjes, oeps wat hoor ik nou ppprrrtt, is dat een scheetje? Het geluid van een plasje pssssss. Voor de spiegel gaan we ons zelf mooi maken en bekijken en benoemen wat we zien. 

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Met dit thema gaan we aan de slag met het helpen van elkaar.
Heeft er iemand hulp nodig met de rits van de jas of de schoenen, wie kan er helpen?
Ook praten we over wie er bij jullie thuis wonen. Papa, mama, mijn broertje of grote zus.
En stimuleren we het woordje ‘wij’ te begrijpen en te gebruiken.
Natuurlijk gaat er ook druk gespeeld worden in onze huishoek en zullen er mooie rollenspellen
ontstaan. Wie is de papa, de mama of de baby?
Taalontwikkeling:
We lezen veel boeken over het thema en het themaboek wordt veelvuldig voorgelezen in de
kring. We leren de peuters om voorspellingen te doen over het boek, wat zou er nu in de buik
van mama zitten? Tijdens het kletsen in de kring of aan tafel tijdens het fruit eten, stimuleren we de peuters om woorden goed uit te spreken en te reageren op wat je hebt gehoord.
Ook maken we taalgrapjes!; we gaan rijmen op onze namen, kunnen de peuters misschien zelf
ook al iets bedenken?
Rekenontwikkeling:
We laten de peuters weer kennismaken met verschillende begrippen zoals; meer/minder,
meeste/ minste, evenveel. Ook groot en klein, licht en zwaar komen aan bod.
Voordat wij fruit gaan eten of drinken zingen wij altijd een liedje maar voordat we kunnen gaan
zingen wordt er altijd geteld, het hulpje mag dan altijd kiezen tot hoever. Soms is het 1 en
soms 17! Zo komt het akoestisch tellen (meetellen met je vingers) elke dag goed aan bod.
Motorische ontwikkeling:
Buiten kan er natuurlijk weer gefietst worden op het plein, muurtjes beklommen worden maar
we gaan ook wandelen met de kinderwagen. Waar gaan we heen? De supermarkt, het park of
de speeltuin.. Binnen in de gymzaal gaan we ervaren hoe het is om te gymmen met een “dikke” buik.
We gaan samen zwangerschapsgym doen. De kinderen krijgen onder hun shirt een bal of
kussen en zullen dan oefeningen na mogen doen. Is dit nog steeds makkelijk of wordt het dan
al iets lastiger..
Om ook de fijne motoriek te stimuleren zullen we gaan schilderen, plakken en mogen ze helpen
met een fruithapje maken voor de baby.

Binnen dit thema komen de volgende ontwikkelingsgebieden aan bod:

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We proberen de kinderen te stimuleren om non-verbaal, dus zonder te praten, hun gevoel te laten zien. Hoe kijk je blij? Hoe kijk je als je boos bent? Ook gaan we kabouterspelletjes doen in de kring, hoe is het om in het middelpunt te staan? Bovendien gaan we proberen om tijdens het spelen het speelgoed te delen ook al vind je dat soms moeilijk.
Taalontwikkeling:
We gaan veel lezen en krijgen weer mooie boeken via de Bibliotheek. We gaan samen ook via het digibord naar een filmpje kijken over de herfst. Mocht je thuis samen met je peuter een filmpje over dit thema willen bekijken ga dan naar youtube digitaal prentenboek herfst. Ook gaan we gesprekjes voeren met elkaar; ben je wel eens in het bos geweest? Wat zag je daar? Wat kun je daar doen?
Rekenontwikkeling:
We gaan het natuurlijk hebben over groot en klein, groot als een reus, klein als een kabouter. Ook gaan we tellen; hoeveel eikels liggen er op tafel? En als ik er een weg wordt gehaald hoeveel blijven er dan nog liggen? Bij de getalkaarten met cijfers 1 tot en met 4 in combinatie met stippen mogen de peuters kaboutertjes plaatsen. We gaan kabouterhuisjes bouwen van bv duplo of nopper maar dit kan ook van houten blokjes zijn. En wat is het leuk om in de huishoek met bladeren, eikels, dennenappels te koken? Welk receptje zullen ze gaan maken?
Motorische ontwikkeling:
We gaan natuurlijk veel bewegen met dit thema: wandelen in het bos, stampen en springen in de plassen, gymmen/yoga in de gymzaal als het regent en bladeren vegen op het plein. We gaan wapperen met het parachutedoek, hoe leuk zou het zijn als we daar bladeren op leggen?
Zintuiglijke ontwikkeling: We gaan bij dit thema voelen aan de bladeren, zijn ze nat? Kraken ze? Hoe voelt een tak uit het bos? We hopen op een beetje kabouterstorm want dan kunnen we luisteren naar de wind en voelen op onze wangen en het ritselen van de bladeren horen.

Zoals bij elk thema komen alle ontwikkelingsgebieden weer aan bod. Hieronder staat beschreven waar wij op letten.
Sociaal emotionele ontwikkeling:
Hierbij laten wij verschillende activiteiten voorbij komen, waarbij het voor kan komen dat kinderen op zijn of haar beurt moeten wachten. Bijvoorbeeld als ze in file staan of moeten oversteken. Daarnaast komt het ook voor dat kinderen een probleem tegen komen en deze zelf op kunnen lossen. In het geval dat het niet lukt, stimuleren wij de kinderen om hulp te vragen.
Taalontwikkeling:
Natuurlijk komt ook het stimuleren van de taalontwikkeling weer aan bod. Dit doen wij door bijvoorbeeld boekjes voor te lezen, maar ook bieden wij andere activiteiten aan die de woordenschat uitbreiden. Over het algemeen stimuleren wij kinderen altijd om duidelijk te spreken en een positieve luisterhouding aan te nemen als er voorgelezen wordt. Dit lukt natuurlijk niet altijd, vooral in het begin. Door middel van rollenspellen die ontstaan door hoeken en materiaal te veranderen, stimuleren wij kinderen om samen gesprekjes te beginnen. Zo leren de kinderen ook van elkaar en ontstaan er nieuwe situaties.
Reken/wiskundige ontwikkeling:
Ook bij dit thema komen verschillende meetkundige begrippen naar voren. Grote auto’s , kleine auto’s, kleuren benoemen, hoeveelheden, omgaan met geld, etc. Als je bijvoorbeeld met je auto door de wasstraat gaat, dan moet je geld betalen. Of als je met de auto naar de garage moet en er iets stuk is gegaan, dan moet de automonteur dit maken. Zo ontstaan door de rollenspellen een hoop situaties waarbij kinderen leren omgaan met geld en meetkundige vergelijkingen.
Motorische ontwikkeling:
Bij het thema verkeer denk je misschien al snel aan de grove motoriek. Fietsen, evenwicht, lopen over het zebrapad, in de auto rijden, auto’s wassen etc. Deze handelingen komen dan ook zeker voorbij, maar ook de fijne motoriek gaan wij stimuleren. Bijvoorbeeld het knutselen van een auto met gekleurd papier. Welke stappen moeten we doornemen? Waar beginnen we mee? De lijm op het grote papier aanbrengen of op het kleine stukje papier? Waar moet welk onderdeel geplakt worden? De lijm plakt aan je vingers, hoe ga je dit oplossen?

Een vrolijk verhaal over grote vriendschappen met kleine vriendjes. Voor heksenvriendjes vanaf 3 jaar. Heksje Mimi maakt een herfstwandeling door het bos. Plots ziet ze een klein mannetje, heen en weer wippend op een paddenstoel. Het kaboutertje is de weg naar zijn huis kwijt. Heksje Mimi besluit te helpen.

Binnen dit thema komen de volgende ontwikkelingsgebieden aan bod:

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We proberen de kinderen te stimuleren om non-verbaal, dus zonder te praten, hun gevoel te laten zien. Hoe kijk je blij? Hoe kijk je als je boos bent? Ook gaan we kabouterspelletjes doen in de kring, hoe is het om in het middelpunt te staan? Bovendien gaan we proberen om tijdens het spelen het speelgoed te delen ook al vind je dat soms moeilijk.
Taalontwikkeling:
We gaan veel lezen en krijgen weer mooie boeken via de Bibliotheek. We gaan samen ook via het digibord naar een filmpje kijken over de herfst. Mocht je thuis samen met je peuter een filmpje over dit thema willen bekijken ga dan naar youtube ‘digitaal prentenboek herfst’. Ook gaan we gesprekjes voeren met elkaar; ben je wel eens in het bos geweest? Wat zag je daar? Wat kun je daar doen?
Rekenontwikkeling:
We gaan het natuurlijk hebben over groot en klein, groot als een reus, klein als een kabouter. Ook gaan we tellen; hoeveel eikels liggen er op tafel? En als ik er een weg wordt gehaald hoeveel blijven er dan nog liggen? Bij de getalkaarten met cijfers 1 tot en met 4 in combinatie met stippen mogen de peuters kaboutertjes plaatsen. We gaan kabouterhuisjes bouwen van bv duplo of nopper maar dit kan ook van houten blokjes zijn. En wat is het leuk om in de huishoek met bladeren, eikels, dennenappels te koken? Welk receptje zullen ze gaan maken?
Motorische ontwikkeling:
We gaan natuurlijk veel bewegen met dit thema: wandelen in het bos, stampen en springen in de plassen, gymmen/yoga in de gymzaal als het regent en bladeren vegen op het plein. We gaan wapperen met het parachutedoek, hoe leuk zou het zijn als we daar bladeren op leggen?
Zintuiglijke ontwikkeling:  
We gaan bij dit thema voelen aan de bladeren, zijn ze nat? Kraken ze? Hoe voelt een tak uit het bos? We hopen op een beetje kabouterstorm want dan kunnen we luisteren naar de wind en voelen op onze wangen en het ritselen van de bladeren horen.

 Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Tijdens het thema gaan wij de kinderen stimuleren het begrijpen en gebruiken van het woord wij, dit gaan wij doen door foto’s die de kinderen zelf hebben meegenomen te bespreken. Ook gaan wij met de kinderen het zelfredzaamheid oefenen, bijvoorbeeld: zelf de jas dicht doen, of bekers en bakjes zelf in de tas doen. Als het de kinderen niet lukt, stimuleren wij ze om hulp te vragen aan een klasgenootje of aan de juffen.
Taalontwikkeling:
Bij ieder thema stimuleren we het uitbreiden van de woordenschat, zowel de actieve (zelf taal gebruiken) als de passieve woordenschat (aanwijzen van voorwerpen bijvoorbeeld). Dit doen wij door veel boeken te lezen en samen liedjes te zingen. We hebben gesprekken met de kinderen over de vakantie, bijvoorbeeld: “ga je met de auto op vakantie of met het vliegtuig? Wat doe je het liefste in de vakantie?”
Rekenontwikkeling:
In de ijssalon komen natuurlijk meetkundige begrippen voor, bijvoorbeeld; het verschil tussen een groot en een klein ijsje, maar ook tellen hoeveel bolletjes ijs we hebben geschept.
Bij ons in de ijssalon kan je alleen met contant geld betalen, hierdoor leren de kinderen spelenderwijs het optellen en aftrekken van getallen. In de huishoek kunnen de kinderen zich verkleden, daarna bekijken de kinderen zichzelf in de spiegel.
Motorische ontwikkeling:
Kinderen komen in aanraking met verschillende activiteiten die de fijne en grove motoriek stimuleren; zo gaan de kinderen tijdens het buitenspelen, elkaars schaduw natekenen met water en kwasten. Hoe ziet jouw schaduw eruit? De verkleedkleren worden aan -en uitgedaan, daar komen veel motorische handelingen bij kijken. Ook gaan de kinderen zelf ijsbolletjes scheppen.

 
Doelen die aan bod komen in dit thema:
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We werken samen aan één kunstwerk: Keuzes maken: kleuren kiezen die je mooi vindt, rekening houden met elkaar, als je een andere kleur wilt kun je dat vragen om te ruilen, geef elkaar de ruimte, geduld hebben als iets niet meteen kan. Aandacht besteden aan het werk van jezelf en het werk van de ander. We gaan kunst maken met de kunstenaars.
Taalontwikkeling:
We breiden de woordenschat uit (zie woordenlijst) door het voorlezen uit verschillende boeken passend bij het thema. Als we gaan schilderen benoemen we de spullen die we gebruiken. We leren over de kleuren en vormen. Welke kleur wil jij? Praten in de kring over wat we gaan maken. Wat gaan we maken voor Vaderdag?
Rekenontwikkeling:
We maken kennis met de vormen:, Welke vorm heeft ons kunstwerk?: vierkant of rond.
De voetbal is …, de blokken zijn…. Als de zon schijnt kunnen we spelen met water: Hoeveel water kan erin? Is het vol of leeg?
Motorische ontwikkeling:
We verven, plakken, stempelen, rollen, verven met knikkers en knippen. Tekenen met stoepkrijt. We bouwen met blokken, kleien, spelen met zand en modder. Samen maken we kunstwerken en die hangen we op in ons lokaal of staan / hangen buiten.

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Binnen dit thema komen best wel veel dingen voor die ook spannend kunnen zijn: grote
voertuigen, harde geluiden…..We stimuleren de kinderen om deel te nemen aan nieuwe
activiteiten en laten zien dat het ook leuk kan zijn. We gaan de kinderen ook proberen te
helpen om te verwoorden van wat ze voelen.
Zintuigelijke ontwikkeling:
Er valt binnen dit thema veel te ontdekken. Op de groep mogen de kinderen sporen maken met
de banden van de auto/motor in en door het zand. We gaan naar geluiden luisteren die de
voertuigen maken. Waar komt het geluid vandaan? Wat is het? We gaan ook een rondje buiten
het schoolplein lopen en als we oversteken goed naar links en rechts kijken en goed luisteren of
er iets aan komt voordat je oversteekt.
Taalontwikkeling:
We gebruiken naast ons themaboek verschillende boeken passend bij dit thema. Zo lezen we
richting de zomervakantie het boek van “Boer Boris gaat naar zee”
Dit verwijst een beetje naar de zomer vakantie, ga je op vakantie? Hoe ga je op vakantie?? Met
een auto? Slapen in een tent of caravan? Of net als boer Boris, met een paard en wagen een
dagje naar zee en wat neemt hij toch allemaal mee…..
Motorische ontwikkeling:
In dit thema komt veel fietsen, rijden, steppen en andere manieren van vervoeren aan bod. We
hopen dit veel buiten te kunnen doen. Natuurlijk gaan we ook nog knutselen want binnenkort is
het weer vaderdag.
Rekenontwikkeling:
Auto’s in lange rijen zetten… welke peuter doet het wel of niet? We gaan de voertuigen tellen,
de wielen, de ramen etc. Ook mogen kinderen vertellen of laten zien door een pictogram hoe ze
naar de peuterspeelzaal komen. Komen dan de meeste kinderen met de fiets, auto of misschien
het vliegtuig? En zien jullie ook bepaalde vormen (rond, vierkant of driehoek) bij de
verkeersborden?
Natuurlijk gaan we ook veel bouwen; garages, treinbanen en van alles wat rijden kan!
In de huishoek krijgen we een klok, zodat we kunnen zien hoe laat de trein vertrekt. We gaan
een trein maken met alle stoeltjes achter elkaar en dan tellen hoeveel mensen er mee kunnen
in de trein.

Taalontwikkeling:
Ook bij dit thema krijgen wij weer een collectie boeken van de bieb geleverd. Deze boeken
zullen allemaal te maken hebben met het thema, dus er kan volop
gelezen worden. Het themaboek zullen wij regelmatig voorlezen aan
de kinderen. Ook hebben we dit keer weer een vertelplaat. Zie
afbeelding hiernaast. We zullen interactief met de kinderen hier mee
bezig gaan. Wij stellen de kinderen diverse vragen en gaan met ze
in gesprek over wat er te zien is op de plaat.
Rekenontwikkeling:
In dit thema komt de rekenontwikkeling op een speelse manier naar voren. De diamanten en
gouden munten die verstopt zijn in de zandtafel kunnen we gaan tellen. Ook kunnen we dan
kijken waar er meer van zijn en de diamanten sorteren op kleur kunnen wij misschien ook wel
aan het eind van dit thema. Ook de begrippen ver weg en dichtbij komen aanbod, als je met
het piratenschip gaat varen ga je dan ver weg of blijf je dichtbij en hoelang ben je dan
misschien wel onderweg?
Motorische ontwikkeling:
Het mooie weer komt er weer aan, dat betekent lekker veel buitenspelen. Op de fietsjes fietsen,
klauteren over het klimrek en schat zoeken op het plein. Bij slecht weer gaan wij in de gymzaal
een parcours klaarmaken kunnen de kinderen over alle onderdelen heen zonder in ‘de zee’ te
vallen? Ook de fijne motoriek wordt gestimuleerd te spelen met de zandtafel, schatkaarten te
knutselen en met klei diamanten en gouden munten na maken.
Sensomotorische ontwikkeling:
We vullen de zandtafel met zand, diamanten, gouden munten en schelpen. De kinderen mogen
ontdekken met hun handen. Wat voel ik? Is dat hard of juist zacht? Is het groot of klein? En
misschien kunnen we nog wel een schatkist vinden. We gaan opzoek naar de schat als echte

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Wij gaan verschillende materialen in de kring leggen om deze door de peuter te laten benoemen en om te vertellen wat je ermee kunt doen. Het leren op hun gemak te voelen is hierbij belangrijk. Ze mogen natuurlijk ook even gewoon toekijken om te zien wat anderen gaan vertellen. We gaan in de verschillende hoeken proberen om andere kinderen te helpen en voor andere kinderen te zorgen door bv hen te helpen met hun jas of om voor hen de kraan voor het handen wassen open en dicht te draaien.
Taalontwikkeling:
We gaan nieuwe woorden leren door het prentenboek voor te lezen en moeilijke woorden te klappen.
Maar ook gaan wij voorspellingen doen over het prentenboek om dit na het lezen te controleren. Wauw wat zal hier allemaal naar voren worden gebracht? Wat zal je mening zijn maar kunnen wij ook taalgrapjes maken?
We gaan in de kring met elkaar babbelen over vakantie, picknicken en wat je allemaal aan zee kunt doen. Picto’s leren herkennen en liedjes zingen zijn prachtige aanvulling op dit geheel.
Rekenontwikkeling:
We gaan ons bezig houden met de telrij. Het hulpje van dag mag alle kinderen in de kring tellen. Hoe gaat dit verlopen? Maar ook gaan wij spelen met hoeveelheden zoals erbij doen, iets weghalen of weggeven, eerlijk verdelen, splitsen of bedekken. De getalkaarten zullen aangeboden worden om zowel de getallen als de hoeveelheid te leren. Bovendien gaan we voorwerpen bekijken op lengte of gewicht. We kunnen daarbij gebruik maken van een weegschaal. Welk voorwerp is groot- klein of zwaar-licht?
Spelontwikkeling:
Wij leren omgaan met materialen in de zandbak en met de waterbak zowel binnen als buiten en met de verschillende kinderen.                   
Motorische ontwikkeling:  
Wij gaan allerlei handelingen uitproberen: emmers vullen, legen, omkiepen, zandvormen op de zandbankrand maken,  gym, dans of knutselen.   
Zintuiglijke ontwikkeling:     
We gaan voelen, zien, horen en ruiken tijdens alle activiteiten maar zeker tijdens Modderdag. 

Op het strand is veel te doen. Scheppen, schelpen zoeken, ijsje eten, in de golven spelen/springen. Kijk, een hele hoge golf, daar komt ie…….Ja, we gaan springen, heel hoog! Warm hè, zullen we een ijsje gaan eten? Ik heb er een met een stokje…en jij? Koud is het ijs hè? Mijn ijsje is wit, welke kleur heb jij?”
De ontwikkelingsgebieden die aan bod komen tijdens dit thema zijn;
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Wij gaan verschillende materialen in de kring leggen om deze door de peuter te laten benoemen en om te vertellen wat je ermee kunt doen. “ik” wordt hierbij aangeboden.
We gaan een moeilijk spelletje ondernemen om te wijzen naar bv de puzzelkast om daarna met de ogen dicht dit nog een keer aan te gaan wijzen. Hoe moeilijk is dat? Het gaat hier om het ervaren wat hij/zij al zelf kan. Een beetje hulp mag natuurlijk altijd.
We stimuleren de peuters ook om belangstelling te tonen voor anderen kinderen door bij de watertafel te spelen en te werken met trechtertjes en maatkannen om ervaringen mee op te doen. (vol/leeg, tot een bepaald streepje vullen of juist leger maken, zwaar/licht) en door naar andere kinderen te kijken wat hij/zij doet. Ook maken wij de kinderen attent op wat de ander gaat bouwen, om van tijd tot tijd op zijn/haar beurt te wachten en om duidelijk te maken wat je wel of juist niet wil. Hoe zou de peuter al deze nieuwe activiteiten vinden?
Taalontwikkeling:
We gaan kinderen de ruimte geven om een gesprekje met ons of met andere kinderen te beginnen, om te reageren op wat hij/zij heeft gehoord of om zelf wat vragen te leren stellen (wat, waar , waarom, wie) Dit gaan wij ook proberen tijdens het voorlezen van het verhaal. We gaan ze bewust maken dat je kunt praten over de taal door complimentjes te geven wanneer een kind iets vertelt. Bovendien gaan wij verschillende woorden in andere situaties leren gebruiken door de verschillende vormpjes te benoemen in de kring en ook buiten in de zandbak. We gaan het prentenboek dmv prenten door de kinderen laten vertellen en ook gaan we ontdekken dat letters gebruikt worden om iets te gaan vertellen of te lezen en dat klanken iets met elkaar te maken hebben door woordenkaarten van schep, emmer, gieter te maken om zo de woorden in letters daarbij te leggen. Zo leren ze dat taal en woorden in letters gelegd kunnen worden. Vervolgens gaan wij redeneren en conclusies trekken door de kinderen met dublo/nopper/hamertje tik eigen creaties te laten maken.
Rekenontwikkeling:
We gaan een liedje zingen: er zaten 1,2,3,4, kinderen in de trein waarbij getallen in naar voren komen. We gaan kijken naar schaduwen bij het buitenspelen naar jezelf, een ander of naar materialen. Hoe ziet dit eruit? We gaan hoeveelheden verschuiven of bedekken zonder dat het totaal veranderd en als we gaan tellen kunnen wij dan ook het totaal benoemen? Dit is eenvoudig te doen door 4 attributen onder een doek te leggen en te vragen wat er onder ligt en hoeveel er zijn. Maar ook kan dit in de zandbak (klas) met kleine zandautootjes die het zand kunnen verschuiven, verplaatsen. We gaan ontdekken dat wij een muur met duploblokjes en/of grote blokken en/of kleine houten blokjes kunnen bouwen. Kunnen wij ook voorwerpen in de klas aanwijzen dan met de ogen dicht aanwijzen waar deze voorwerpen zijn? Dit is toch echt wel een rare ontdekking en super moeilijk. We gaan bij de watertafel trechtertjes en maatkannen neerzetten om ervaringen op te doen. (vol/leeg, tot een bepaald streepje vullen of juist leger maken, zwaar/licht). 
En tijdens Modderdag (woensdag 26 juni)  gaan wij dezelfde bakjes en vormen vullen of juist legen. Met gietertjes gaan wij de stoep nat maken en met emmertjes gevuld met een beetje water en kwast gaan wij de muur verven. Een super ervaring zal dat worden. Jullie ontvangen hierover nog een extra infobrief.
Spelontwikkeling:
Wij leren omgaan met materialen in de zandbak en met de waterbak zowel binnen als buiten en met de verschillende kinderen.                 
Motorische ontwikkeling:     
Wij gaan allerlei handelingen uitproberen: emmers vullen, legen, omkiepen, zandvormen op de zandbankrand maken,  gym, dans of knutselen.
Zintuiglijke ontwikkeling:           
We gaan voelen, zien, horen en ruiken tijdens alle activiteiten maar zeker tijdens Modderdag. 

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We gaan wij met de kinderen de zelfredzaamheid oefenen, bijvoorbeeld: zelf de jas dicht doen,
of bekers en bakjes zelf in de tas doen. Als het de kinderen niet lukt, stimuleren wij ze om hulp
te vragen aan een klasgenootje of aan de juffen. De kinderen leren om iets dat spannend is,
zelf betalen met geld of ook bijvoorbeeld het proeven van iets dat je nog nooit gehad hebt,toch
te doen. Het samenspelen in de ijssalon en samen chillen in het tentje zijn belangrijk om te
leren samenspelen en delen.
Taalontwikkeling:
Bij ieder thema stimuleren we het uitbreiden van de woordenschat, zowel de actieve (zelf taal
gebruiken) als de passieve woordenschat (aanwijzen van voorwerpen bijvoorbeeld). Dit doen
wij door veel boeken te lezen en samen liedjes te zingen. We hebben gesprekken met de
kinderen over de vakantie, bijvoorbeeld: “ga je met de auto op vakantie of met het vliegtuig?
Wat doe je het liefste in de vakantie?” We maken kennis met geschreven woorden die iets
betekenen, bijvoorbeeld een bolletje ijs. Kunnen we ook zogenaamd iets opschrijven?
Rekenontwikkeling:
In de ijssalon komen natuurlijk meetkundige begrippen voor, bijvoorbeeld; het verschil tussen
een groot en een klein ijsje, maar ook tellen hoeveel bolletjes ijs we hebben geschept.
Bij ons in de ijssalon kan je alleen met contant geld betalen, hierdoor leren de kinderen
spelenderwijs het optellen en aftrekken van getallen. De kinderen kunnen zich verkleden,
daarna bekijken de kinderen zichzelf in de spiegel. We vullen ijsjes met siroop vol-halfvol.
Motorische ontwikkeling:
Kinderen komen in aanraking met verschillende activiteiten die de fijne en grove motoriek
stimuleren; zo gaan de kinderen tijdens het buitenspelen, elkaars schaduw natekenen met
water en kwasten. Hoe ziet jouw schaduw eruit? De verkleedkleren worden aan -en uitgedaan,
daar komen veel motorische handelingen bij kijken. Ook gaan de kinderen zelf ijsbolletjes
scheppen.

Binnen het thema komen er weer verschillende doelen en activiteiten aan bod, denk bijvoorbeeld aan:

Sociale emotionele ontwikkeling:
Gedurende dit thema zal er een camping en een ijssalon in de peuterspeelzaal gecreëerd worden. Op de camping zullen we belangstelling en empathie voor andere kinderen leren te hebben. We zullen aandacht geven aan het gebruiken van het woord ‘wij’, ‘wij gaan naar de camping’, ‘wij gaan een ijsje kopen’. In de ijssalon leren de kinderen om op hun beurt te wachten en duidelijk te maken wat ze wel en niet willen (ik wil wel een aardbeienijsje, maar geen chocolade). Het allerbelangrijkste zal zijn dat we de kinderen stimuleren om plezier te beleven aan het leren van nieuwe dingen!
Motorische ontwikkeling:
Op vakantie doe je andere dingen dan thuis. Zo kun je op het strand emmers vullen, legen en omkiepen. We zullen met blote voeten door het zand lopen, net als op een echt strand! In de ijssalon kunnen we ijsjes maken. Ook de fijne motoriek zal volop aan bod komen, er zullen ijsjes, emmers, schepjes etc. geknutseld worden van diverse materialen.
Zintuigelijke ontwikkeling:
Proeven; ijsjes eten, Voelen; hoe voelt het zand aan je blote voeten? Modder maken. Hoe voelt zonnebrandcrème? Is de zon lekker warm? Horen; aan een schelp luisteren hoe de zee klinkt.
Zien; wie ziet de speeltuin al? Waar is de ijssalon? Kijken door de zonnebril. Ruiken; Hoe ruikt zonnebrandcrème?
Taalontwikkeling:
We zullen samen met de kinderen redeneren en conclusies trekken. Wat zal er met het ijsje gebeuren als we hem in de zon leggen? We lezen de verhaaltjes van Bobbi op vakantie en Bobbi naar de camping op verschillende manieren voorlezen en naspelen. Aan de hand van plaatjes laten we de kinderen na enkele weken proberen om het zelf te vertellen. We zullen leren om op gepaste wijze hulp te vragen, ‘wil je mij helpen?’ en stimuleren om te reageren op wat ze hebben gehoord. Dit doen we door in de ijssalon bestellingen te plaatsen en door samen bijvoorbeeld de koffer in te pakken, ‘wil jij de korte broek inpakken?’. We stimuleren om woorden te gebruiken in andere situaties, bijvoorbeeld de bal is rond, maar de zon is ook rond, zo zullen we ook de vormpjes in de zandbak benoemen.
Rekenkundige ontwikkeling:
We zullen verschillende dingen wegen en tillen, welke koffer is zwaarder en welke lichter? Ook zullen we bij de watertafel veel ervaring opdoen met vol/leeg etc. We gaan dingen aanwijzen in de ruimte, terwijl we de ogen dicht hebben. Bij het buitenspelen kijken we naar de schaduwen van onszelf en schaduwen van verschillende materialen. Om de telrij te oefenen zullen we regelmatig in de trein zitten en het liedje ‘er zaten 1,2,3,4 kinderen in de trein zingen’.

Motorische ontwikkeling
Bij een thema als dit wordt er natuurlijk heel veel geschilderd, gekleid, geknutseld en geëxperimenteerd met materialen. Heerlijk fröbelen, friemelen en kliederen. Dus als je peuter een keer thuis komt met ietwat vieze kleding, alvast excuus! 😉
Rekenontwikkeling
Binnen de kunst zijn natuurlijk heel veel rekenbegrippen te vinden; alleen de kleuren al bijvoorbeeld! Ook gaan we aan de slag met de vormen, als een echte Mondriaan
Taalontwikkeling
We krijgen weer een leuke collectie boeken binnen van de bibliotheek, daar zijn we altijd heel erg blij mee! We lezen natuurlijk het themaboek ‘Kikker is boos’ maar ook ‘het blauwe paard’. Misschien kunt u deze boeken via de bibliotheek lenen, zodat wat we op de psz doen thuis weer terug komt.
En we gaan natuurlijk onze kunstweken signeren met onze eigen naam!

Taalontwikkeling:
Uiteraard lezen we mooie boeken, we krijgen via de ‘Bibliotheek op school’ altijd een pakket met prachtige boeken die passen bij het thema. We stimuleren de kinderen om te blijven luisteren (en kijken) naar het boek. Natuurlijk zingen we veel liedjes die horen bij de lente. Ook gaan we veel praten en stimuleren we alle kinderen om iets te vertellen.
Rekenontwikkeling:
Hoeveel jaar ben je? Hoeveel vingers zijn dat? De getalkaarten 1 en 2 (3) staan centraal. Misschien weten de peuters al wel wat voor getalkaart bij hun leeftijd hoort. We gaan liedjes zingen waarbij de getallen 1 t/m 4 naar voren komen. We gaan ook knutselen door onze klas meer en meer te versieren met zelfgemaakte slingers, bloemen en een prachtige taart want het lente kun je vieren!
Motorische ontwikkeling:
Wij gaan geplastificeerde kaarten van een taart, een bloem of een boom versieren met klei door balletjes te gaan draaien. Ook komt de gym aan bod, dat wordt fijn klimmen en klauteren! Op de groep vullen we een bak met rijst. Peuters mogen hier fijn in rommelen; ook heel goed voor de motoriek.
Zintuiglijke ontwikkeling:
Proeven; Hoe smaakt de taart of andere versnaperingen? Ruiken; En wat ruik ik voor lekkers… ruik ik bloemetjes? Voelen; Hoe voelt dat met je handen door de rijst?
Horen: Wat hoor ik daar? Feestmuziek

Dit thema nodigt ook uit om te verkleden, kastelen te bouwen, te knutselen maar vooral om plezier te beleven aan alles wat er binnen de peuterspeelzaal wordt aangeboden.
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We gaan proberen deel te nemen aan nieuwe activiteiten om bv elkaar helpen bij het verkleden, om in het kasteel eten te maken en de tafel te dekken. Mocht het bij jou nog even niet lukken dan is dit helemaal niet erg. Het belangrijkste is plezier te beleven tijdens dit thema.
Taalontwikkeling:
We proberen alles wat ons bezig houdt te verwoorden. We komen er achter dat je moeilijke woorden kunt klappen en dat je het dan beter kunt onthouden. Maar je kunt woorden ook opschrijven. Kun je al een letter van je woord schrijven of is het een heerlijke krabbel? Wij gaan kijken of je via de prenten uit het boek samen het verhaal kunt vertellen nadat het boek een paar keer is voorgelezen.
Rekenontwikkeling:
We gaan samen leren tellen; het hulpje van de dag mag alle kinderen tellen. Sommigen zullen dit al heel goed kunnen anderen mogen natuurlijk op hun niveau tellen. We gaan kijken of je ook je vingers daarbij kunt gebruiken bv hoeveel jaar ben jij? Ook gaan wij natuurlijk kastelen bouwen van grote en kleine blokken. Begrippen zoals hoger/lager, groter/kleiner, meer/minder zullen bij dit onderdeel aan bod komen.
Motorische ontwikkeling:
Wij gaan lekker bewegen op een dansje, we gaan gymmen en natuurlijk buiten spelen waarbij er in de grote zandbak een berg met een gracht gemaakt kan worden. (bij goed weer!)
Maar ook gaan wij knutselen rondom dit thema. Muntjes kleien, een beker met steentjes beplakken of een kroon versieren. Een paaswerkje zullen wij niet vergeten (31 maart en 1 april)

Binnen het thema komen er weer verschillende doelen en activiteiten aan bod, denk bijvoorbeeld aan:
Sociale emotionele ontwikkeling:
Er komt een themahoek met daarin een kippenhok, speelgoed kippen, eieren, kruiwagen,
zaagsel enzovoort. Hierin mag volop gewerkt worden. De kinderen leren hierin in dagelijkse
situaties iets te delen en anderen te helpen. Na een aantal weken zullen ze zichzelf grotendeels
kunnen redden en weten ze wat wel en niet mag, bijvoorbeeld dat zaagsel in het kippenhok
moet blijven.
Motorische ontwikkeling:
We zullen allerlei handelingen leren die voorkomen op de boerderij, eitjes uithalen, hooi/zaagsel
in de kruiwagen scheppen, kippen voeren etc. Ook zullen we waggelen en zwemmen als een
eend en lopen als een kip. De vogeltjesdans zullen we meerdere malen in de kring oefenen.
We leren om een gekookt eitje te pellen, zullen eieren verven en mooie paasknutsels maken.
Zintuigelijke ontwikkeling:
Proeven; eieren, chocolade eieren.
Voelen; gladde eieren, grote en kleine eieren, veren, wol van het schaap, hooi, voer. Horen; dierengeluiden. Zien; De dieren, kleuren. Ruiken; bloemen, gekookt ei.
Taalontwikkeling:
De woordenschat zal flink uitgebreid worden met woorden die betrekking hebben op de lente en de boerderij, zie de woordenlijst onderaan deze brief. Het themaboekje zal geregeld voorgelezen en bekeken worden en de kinderen krijgen de kans om deze zelf ‘voor te lezen’. Bij de verteltafel zal playmobil in boerderijthema uitgestald staan en de kinderen zullen gestimuleerd worden om meervoudige opdrachten uit te voeren in de themahoek met het kippenhok, zoals ‘wil je de eieren uit het kippenhok halen en de deur weer op slot doen?’. Tijdens het rollenspel in de themahoek zullen we de kinderen stimuleren om beleefdheidsvormen te gebruiken, zoals ‘mag ik … van jou?’. ‘alsjeblieft’ en ‘dankjewel’. Daarnaast willen we de kinderen bewust laten zijn van het gebruik van het woord ‘ik’, denk
hierbij aan zeggen ‘ik wil …’.
Rekenkundige ontwikkeling:
In de zandbak zullen eitjes verstopt worden, deze zullen we zoeken en tellen. Ook komt er een
voeltas met boerderijdieren, waarin de kinderen mogen voelen en raden welk dier het is. In de
bouwhoek mogen de kinderen hun eigen dierenverblijven bouwen. Verder zullen we mooie
paaseieren versieren met verschillende vormen en patronen, deze zullen we ook als zodanig
benoemen (vierkant, driehoek, cirkel)

We gaan werken aan verschillende ontwikkelingen;
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
In de eerste kring gaan wij alle kindernamen noemen waarbij ze “ik ben er” mogen zeggen.
Ook mag er vaak een kunstje gedaan worden, best wel spannend in de groep.
Daarnaast gaan we in de themahoek het boek naspelen en ervaren wat hij/zij zelf kan en wat
nog niet lukt. We stimuleren om op gepaste wijze hulp te vragen. Ervaren dat niet alles perfect
hoeft te gaan; het gaat om het leren ervaren en het plezier dat je er in hebt.
Zintuigelijke ontwikkeling:
We gaan ruiken aan gekookte en gebakken eieren en natuurlijk een chocolade eitje proeven.
We gaan zaadjes planten en met onze handen lekker in de aarde wroeten. De plantjes moeten
we ook goed verzorgen, water geven en kijken of ze gaan groeien.
Taalontwikkeling:
We leren dat letters een verhaal vertellen We gaan de moeilijke woorden klappen om zo meer
woorden te leren. Ook letten wij erop dat we ze goed uitspreken. Bij dotties eieren komen de
namen van jongere dieren aan bod. Hond- puppie , varken- biggetje enz. We leren op volgorde
te vertellen, bijv. eerst, daarna. Voor de peuter die het durft en wil mag deze het verhaal in de
kring navertellen.
Rekenontwikkeling:
We gaan eieren tellen. Tellen welk dieren de meeste jonkies hebben. Tellen komt door de dag
heen heel vaak aan bod. We tellen de kinderen en ook voor we gaan zingen mag een peuter
zeggen tot hoe ver we gaan tellen. In zowel Nederlands als Engels.

Zoals altijd komen de verschillende ontwikkelingsgebieden weer aan bod binnen een thema.
Hieronder leest u in het kort hoe we dat zoal doen:

Sociaal emotionele ontwikkeling:
In de themahoek staat een ziekenhuisbed. De kinderen mogen met de thematas-attributen spelen. Ze kunnen daar elkaar, knuffels of poppen beter maken. We zingen daarbij liedjes. We gaan eenvoudige rollenspellen introduceren waarin de kinderen verschillende rollen spelen, zoals de zieke patiënt, de dokter of de verzorger. Bovendien mogen ze ontdekken wat de verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de ander zal zijn. Op het leerplein kunnen we ontdekken met bijv. spuitjes, pillenpotjes, pillen (orbeez of pompons) en drankjes (water met evt. kleur).
Rekenontwikkeling:
We gaan ons oriënteren op ons lichaam door het aanwijzen en benoemen van lichaamsdelen met behulp van liedjes (bijv. hoofd, schouders, knie en teen of met de vingers). We doen dit in de kring spelenderwijs met een pittenzak (Er zit een pittenzakje op mijn … tiereliereliereliere) of door middel van een pleister op het bestemde lichaamsdeel te plakken. Met behulp van onze stoel oefenen we achter, voor, naast, boven, onder, opzij. We kunnen onszelf in de spiegel bekijken om daarbij de lichaamsdelen aan te gaan wijzen; waar zit je buik, je benen, je hoofd etc.?
Er kan een strook papier op de wand worden geplakt om ieder kind te meten en bij de hoogte een sticker die ze zelf mogen uitzoeken te plakken. Zo kunnen zij later zien hoe groot zij zijn. En wie er groter of kleiner is. Ook kunnen wij onszelf wegen. We tellen onze ‘tabletjes’ tot en met 10 en komen spelenderwijs in aanraking met de getal symbolen. We sorteren ze op kleur en maken groepjes. In ‘de wachtkamer’ spelen we met tijd.
Taalontwikkeling:
We gaan kinderen vragen om te vertellen over zichzelf door actief deel te nemen aan een gesprek in een klein groepje. We vragen kinderen of ze weleens ziek zijn geweest of naar de dokter zijn geweest? In de kring lezen we het prentenboek ‘Anna is ziek’ voor. Ook is er een thematas ‘ziek zijn’ met verschillende attributen die wij aanbieden om zo de woordenschat uit te breiden.
De kinderen krijgen opdrachtjes in de kring en mogen in de verschillende rollen kruipen. We verleggen hierbij onze grenzen. ‘De dokter’ mag in eigen krabbels het advies voor thuis opschrijven.
Motorische ontwikkeling:
We gaan allerlei handelingen uitproberen tijdens beweegspellen, het dansen, het knutselen en het buiten spelen.
Spelontwikkeling:
We leren omgaan met de verschillende materialen in de speelhoeken en met de verschillende kinderen. We proberen het speelgoed te delen. We oefenen het rollenspel. We doen ‘net alsof’ en gebruiken onze fantasie.
Zintuiglijke ontwikkeling:
Kinderen mogen kijken en luisteren wat anderen in de themahoek gaan ondernemen. Hoe voelt het om een pleister op je arm, je been of je hand te krijgen? Hoe is het om met de stethoscoop te gaan luisteren, wat hoor je?

De diverse ontwikkelingsgebieden komen binnen dit thema aan bod:
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We maken kennis met het verkeer; de verkeersborden, het verkeerslicht:, verkeersregels: we ervaren dat soms iets moet, zoals stoppen voor het rode licht en een andere keer dat juist iets niet mag: lopen op de rijbaan. In het verkeer moet je rekening houden met elkaar, want anders ontstaan er gevaarlijke situaties en krijg je ongelukken. We spelen samen in de grote gele bus en maken ook afspraken: wie is de chauffeur? waar gaan we naar toe? wat nemen we mee?
Taalontwikkeling:
We stimuleren de uitbreiding van de passieve en actieve woordenschat ( zie woordenlijst) door het voorlezen van verschillende boeken over het thema, door kringgesprekken, door spel: we spelen met het stratenplan en als je politie bent mag je bekeuringen uitschrijven, maar wel vertellen wat er fout ging.
Rekenontwikkeling:
We maken kennis met de verschillende vormen van de verkeersborden: rond, vierkant, driehoek. Herken je de vormen en kun je ze benoemen? We tellen de auto’s in de file. We sorteren ze op kleur en grootte. We gebruiken begrippen als: voor, naast, achter, opzij, links en rechts.
Motorische ontwikkeling:
Fijne motoriek: We bouwen een stratenplan, we bouwen voertuigen met Lego Toolo, we leggen een spoorbaan en gaan met de trein rijden, we knutselen, ‘schrijven’ bekeuringen uit, bedienen het verkeerslicht.
Grove motoriek: we rijden op de fiets, de auto en de trekker. Ook als we hard rijden moeten we op tijd stoppen voor het rode licht, niet vergeten op tijd te gaan tanken en af en toe door de wasstraat.

Zoals altijd komen de verschillende ontwikkelingsgebieden weer aan bod binnen een thema.
Hieronder leest u in het kort hoe we dat zoal doen:
Sociaal emotionele ontwikkeling:
In de themahoek staat een ziekenhuisbed. De kinderen mogen met de thematas-attributen spelen. Ze
kunnen daar elkaar of de beer/poppen beter maken. In de kring spelen we de situatie na dat de beer ziek
is en dat de kinderen hem beter mogen maken. We zingen daarbij het liedjes. We gaan experimenteren
en dingen uitproberen en daarbij ontdekken wat elke peuter wel of niet wil. Wil jij op het bed liggen of in
het middelpunt komen en dat ik de dokter ben? Waar doet het pijn? Bovendien mogen ze ontdekken wat
de verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de ander zal zijn. Op het leerplein kunnen we
ontdekken met bijv. spuitjes, pillenpotjes, pillen (orbeez of pompons) en drankjes (water met evt. kleur).
Rekenontwikkeling:
We gaan ons oriënteren op ons lichaam door het aanwijzen en benoemen van lichaamsdelen met behulp van liedjes (bijv. hoofd, schouders, knie en teen of met de vingers). We doen dit in de kring spelenderwijs met een pittenzak (Er zit een pittenzakje op mijn … tiereliereliereliere) of door middel van een pleister op het bestemde lichaamsdeel te plakken. Met behulp van onze stoel oefenen we achter, voor, naast, boven, onder, opzij te oefenen. We kunnen ons zelf in de spiegel bekijken om daarbij de lichaamsdelen aan te gaan wijzen; waar zit je buik, je benen, je hoofd etc.?
Er kan een strook papier op de wand worden geplakt om ieder kind te meten en bij de hoogte een sticker
die ze zelf mogen uitzoeken te plakken. Zo kunnen zij later zien hoe groot zij zijn. En wie er groter of
kleiner is. Ook kunnen wij onszelf wegen. We tellen onze “tabletjes” tot en met 10 en komen
spelenderwijs in aanraking met de getalsymbolen. We sorteren ze op kleur en maken groepjes. In ‘de
wachtkamer’ spelen we met tijd.
Taalontwikkeling:
We gaan kinderen vragen om verstaanbaar en begrijpelijk te vertellen over zichzelf en door actief deel te
nemen aan gesprekjes in een klein groepje en een grote groep door in de kring het prentenboek “Moet je zo hoesten Sam?” voor te lezen en te vragen of je al eens ziek bent geweest, moest je spugen, ben je naar de dokter geweest, ging je naar bed of mocht je op de bank liggen, heb je een drankje of een tabletje gehad? Daarbij gaan we duidelijk aangeven dat de prenten samen met de tekst een verhaal vertellen. Er is een thematas ziekzijn die wij aan gaan bieden om zo de woordenschat uit te gaan breiden.
De kinderen krijgen opdrachtjes in de kring en mogen in de verschillende rollen kruipen. We verleggen
hierbij onze grenzen. “De dokter” mag in eigen kriebels het advies voor thuis opschrijven.
Motorische ontwikkeling:
We gaan allerlei handelingen uitproberen tijdens beweegspellen, het dansen, het knutselen en het buiten
spelen.
Spelontwikkeling:
We leren omgaan met de verschillende materialen in de speelhoeken en met de verschillende kinderen.
We proberen het speelgoed te delen. We oefenen het rollenspel. We doen ‘net alsof’ en gebruiken onze
fantasie.
Zintuiglijke ontwikkeling:
Kinderen mogen kijken en luisteren wat anderen in de themahoek gaan ondernemen. Hoe voelt het om
een pleister op je arm, je been of je hand te krijgen? Hoe is het om met de stethoscoop te gaan luisteren?

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Wij gaan ons zelf benoemen met “ik ben er ” wanneer wij in de kleine kring onze naam horen, maar ook gaan wij nieuwe dingen uitproberen of juist aangeven wat wij al zelf kunnen of waar wij juist nog een beetje hulp zouden willen. En kunnen wij op de beurt wachten bij de verschillende spelvormen of samen het speelgoed delen?
Taalontwikkeling:
We gaan meer woordjes rond dit thema leren en gebruiken en naar het verhaal luisteren om daarop weer te kunnen reageren. Kunnen wij dan al een eigen mening geven over vies zijn of schoon worden? Wij gaan ook stukjes uit het boek naspelen: dat kunnen gebaren zijn maar ook gekke sprongen of ons juist schoonmaken. Maar kinderen mogen natuurlijk ook zelf in een boekje kijken om net te doen of ze zelf al gaan lezen of voorlezen. En wat te zeggen van taalspelletjes waarbij wij “ik zie wat jij niet ziet” gaan spelen. We zijn benieuwd hoe dit zal gaan.
Rekenontwikkeling:
Wij gaan liedjes zingen waarbij getallen naar voren komen of wij gaan verschillende voorwerpen bv autootjes, dieren en blokjes die in een bak zitten bij elkaar zoeken. Hoe zou dit gaan? Vind je dit moeilijk of makkelijk? Wat als wij van de voorwerpen er een weghalen of juist er een bij leggen hoeveel zijn er dan over? Kunnen wij ook met blokken bouwen van hoog naar laag? Of zandvormen helemaal vol of helemaal leeg maken? Wat zie je dan allemaal?
Motorische ontwikkeling:
Wij gaan gekke sprongen maken, dansen, stampen maar ook gymmen en buitenspelen. Knutselen om te ervaren wat vieze handen met je doet en natuurlijk gaan wij het blote voeten pad lopen met modder, zand, sponsjes, handdoek en water.
Zintuiglijke ontwikkeling:
Wat doet het met ons om vies en schoon te worden? Durven wij dit of kijken we liever eerst van een afstandje toe?

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We gaan experimenteren/ dingen uit proberen en daarbij ontdekken wat elke peuter wel of niet wil.  Wil jij op de bank liggen en dat ik de dokter ben ? Waar doet het pijn? Hoe voelt het om een pleister op je arm, je been of je hand te krijgen? Hoe is het om met de stethoscoop te gaan luisteren?
Er mag natuurlijk met de thematas-attributen gespeeld worden. Maar ook mogen ze de beer of de poppen beter maken. 
Taalontwikkeling:
In de kring gaan wij het prentenboek  “Moet je zo hoesten Sam?” voorlezen en  vragen of je al eens ziek bent geweest, moest je spugen, ben je naar de dokter geweest, ging je naar bed of mocht je op de bank liggen, heb je een drankje of een tabletje gehad? Daarbij gaan we duidelijk aangeven dat de prenten samen met de tekst een verhaal vertellen waarbij moeilijke woorden in lettergrepen worden geklapt.
Rekenontwikkeling:
We gaan ons oriënteren op ons lichaam door het aanwijzen en benoemen van lichaamsdelen. We doen dit in de kring om op een stoeltje met een gekleurd blok achter, voor, naast, boven, onder, opzij te oefenen evenals het blok op de verschillende lichaamsdelen te leggen. We kunnen ons zelf in de spiegel bekijken om daarbij de lichaamsdelen aan te gaan wijzen; waar zit je buik, je benen, je hoofd etc.? Een strook papier zal op de deur geplakt worden om ieder kind te meten en bij de hoogte een sticker die ze zelf mogen uitzoeken te plakken. Zo kunnen zij later zien hoe groot zij zijn. En wie er groter of kleiner is.
Motorische ontwikkeling:
We gaan allerlei handelingen uitproberen tijdens de gym, het dansen, het knutselen en het buiten spelen.

Taalontwikkeling:
Dit thema zal er een rijke taalontwikkeling zijn. Wij zijn uitgenodigd om bij de bieb langs te komen en hier zullen wij voorgelezen worden. Ook krijgen wij van de bieb meerdere exemplaren van het themaboek, deze boeken mogen wij aan de kinderen meegeven naar huis om zo thuis ook het themaboek te kunnen lezen.                                                                                                                                
Rekenontwikkeling:
Wij zullen in de kring het toverspel gaan doen. De kinderen tellen dan hoeveel thema gerelateerde spullen er in de kring liggen en er wordt wat weggetoverd. Hoeveel spullen liggen er nu nog in de kring? Hoeveel hebben wij samen weggetoverd?
We zullen ook gaan wegen, zo leren de kinderen het verschil tussen zwaar/ligt en veel/weinig. Wij gaan de kinderen ook leren voorwerpen soorten op basis van kenmerken/ eigenschappen. We gaan kijken naar welke dieren boerderij dieren zijn, zijn de dieren groot of klein, horen ze binnen of buiten te staan.
Ook gaan we verkennen vanuit ons eigen lichaam. Kunnen wij voorwerpen boven ons hoofd houden, achter ons houden, onder ons neer leggen en naast ons houden?
Motorische ontwikkeling:
Wij zullen weer lekker veel bewegen. We gaan tijdens het buiten spelen kijken of wij ook zo kunnen bewegen als de boerderijdieren dat doen. Bij slecht weer mogen wij gebruik maken van de gymzaal in school, hier zullen we dan lekker gaan klimmen en klauteren.

 

Taalontwikkeling:
In de kring gaan wij het prentenboek “Moet je zo hoesten Sam?” voorlezen en vragen of je al
eens ziek bent geweest, moest je dan spugen, ben je naar de dokter geweest, ging je naar bed
of mocht je op de bank liggen, heb je een drankje of een tabletje gehad? Daarbij gaan we
duidelijk aangeven dat de prenten samen met de tekst een verhaal vertellen waarbij moeilijke
woorden in lettergrepen worden geklapt.
Motorische ontwikkeling:
We gaan allerlei handelingen uitproberen tijdens de gym, het dansen, het knutselen en het
buiten spelen.
Rekenontwikkeling:
We gaan ons oriënteren op ons lichaam door het aanwijzen en benoemen van lichaamsdelen.
We doen dit in de kring om op een stoeltje met een gekleurd blok achter, voor, naast, boven,
onder, opzij te oefenen evenals het blok op de verschillende lichaamsdelen te leggen. We
kunnen ons zelf in de spiegel bekijken om daarbij de lichaamsdelen aan te gaan wijzen; waar
zit je buik, je benen, je hoofd etc.?
Een strook papier zal op de deur geplakt worden om ieder kind te
meten en bij de hoogte een sticker die ze zelf mogen uitzoeken te
plakken. Zo kunnen zij later zien hoe groot zij zijn. En wie er
groter of kleiner is

 
Taalontwikkeling:
Dit thema zal er een rijke taalontwikkeling zijn. Wij zijn uitgenodigd om bij de bieb langs te komen en hier zullen wij voorgelezen worden. Ook krijgen wij van de bieb meerdere exemplaren van het themaboek, deze boeken mogen wij aan de kinderen meegeven naar huis om zo thuis ook het themaboek te kunnen lezen.
Dit thema zullen wij niet alleen uit boeken voorlezen, maar hebben wij ook vertelplaten. Een vertelplaat houdt in dat de pedagogisch medewerker vragen stelt aan de kinderen, deze vragen gaan over de vertelplaat. Zo ontstaat er samen met de kinderen een verhaal en zijn de kinderen op een interactieve manier bezig met taal.
Rekenontwikkeling:
Wij zullen in de kring het toverspel gaan doen. De kinderen tellen dan hoeveel thema gerelateerde spullen er in de kring liggen en er wordt wat weggetoverd. Hoeveel spullen liggen er nu nog in de kring? Hoeveel hebben wij samen weggetoverd?
We zullen ook gaan wegen, zo leren de kinderen het verschil tussen zwaar/ligt en veel/weinig. Wij gaan de kinderen ook leren voorwerpen soorten op basis van kenmerken/ eigenschappen. We gaan kijken naar welke dieren boerderij dieren zijn, zijn de dieren groot of klein, horen ze binnen of buiten te staan.
Ook gaan we verkennen vanuit ons eigen lichaam. Kunnen wij voorwerpen boven ons hoofd houden, achter ons houden, onder ons neer leggen en naast ons houden?
Motorische ontwikkeling:
Wij zullen weer lekker veel bewegen. We gaan tijdens het buiten spelen kijken of wij ook zo kunnen bewegen als de boerderij dieren dat doen. Bij slecht weer mogen wij gebruik maken van de gymzaal in school, hier zullen we dan lekker gaan klimmen en klauteren.

Motorische ontwikkeling:
We knutselen allerlei doktersattributen, waarbij elk kind een heuse gevulde dokterskoffer krijgt. We knippen en kleien enz. pilletjes en drankjes. Daarnaast gaan we met zeeppompjes proberen om zelf maatbekers te vullen.
In de kring wijzen we de verschillende lichaamsdelen aan waar je pijn kunt hebben. Daarbij dansen en zingen we bijvoorbeeld hoofd schouders knie en teen. In de gymzaal lopen we een beetje mank of gebruiken we een arm niet.
Zintuigelijke ontwikkeling:
We gaan net als bij de echte oogarts een ogentest doen, met leuke attributen zoals een gek brilletje en een aanwijskaart. Benoemen wat je voelt wanneer je pijn hebt of misselijk bent. We gaan ook luisteren door de stethoscoop.
Taalontwikkeling:
In de kring gaan we het prentenboek piep naar de dokter voorzelen en vragen we of je al eens ziek bent geweest, moest je spugen, ben je naar de dokter geweest, ging je naar bed of mocht je op de bank liggen, heb je een drankje of een tabletje gehad? De peuters krijgen over enkele weken allemaal het prentenboekje te leen van de bibliotheek, met een speel- werkboekje erbij. Zo zal het boekje zowel thuis als op de peuterspeelzaal betekenis krijgen. Ook zullen met behulp van de mini-babyborn attributen zowel de taal- als spelontwikkeling gestimuleerd worden.
Rekenkundige ontwikkeling:
In de bouwhoek worden verschillende bedden gemaakt voor de zieke poppen. In de apotheek worden drankjes gemaakt in maatbekers, waardoor de kinderen leren wat veel, weinig, meer of minder is. Door te vertellen waar ze pijn hebben oriënteren de kinderen op de verschillende lichaamsdelen. Daarnaast imiteren de kinderen in de gymzaal eenvoudige lichaamshoudingen en bewegingen door bijvoorbeeld op een been te staan, de handen in de zij te doen etc.
Spelontwikkeling:
Er mag volop gespeeld worden in de ziekenkamer, waar de dokter gebeld kan worden, de pyjama aan mag en in een huis eenpersoonsbed uitgeziekt kan worden.
In de apotheek mogen de kinderen volop experimenteren met zelf drankjes en tabletjes maken en recepten schrijven. Mocht er tijd en ruimte genoeg zijn, wordt er ook nog een wachtkamer gerealiseerd met boekjes en spelletjes, om het wachten aangenamer te maken.

Sociaal emotionele ontwikkeling:
We kunnen ons op ons gemak voelen door te kijken, te luisteren en door liedjes te zingen of muziekinstrumentjes uit te proberen. Ga je mee in de polonaise? Of ga je mee dansen? En wanneer de muziek stopt kun je dan blijven staan? Zou dit lukken? Word je hier blij, boos, of misschien een beetje verdrietig van of misschien vindt je het wel spannend om dit allemaal uit te proberen. We stimuleren in ieder geval elke peuter om zoveel mogelijk nieuwe dingen uit te proberen, maar stimuleren ook sympathie te tonen voor de ander als iemand het niet zo leuk vindt.
Rekenontwikkeling:
Voordat we starten met het zingen van een liedje tellen we tot 3, maar waarschijnlijk kunnen we ook al wel verder tellen! Behalve dat we veel instrumenten gaan bespelen gaan we ze ook bewust voelen, beluisteren en wegen. Welke instrumenten klinken heel hard, en welke heel zacht. Welke instrumenten zijn groot en zwaar en welke wat kleiner en lichter? Ook doen we spelletjes die betrekking hebben tot ons lichaam, we doen; hoofd, schouders, knie en teen en we kunnen ons zelf bekijken in de spiegel wanneer we ons verkleden als popster of als sint en piet!
Taalontwikkeling:
We gaan verschillende boeken voorlezen, muziekinstrumenten bekijken, naar ze luisteren en ze leren te benoemen. Ook gaan we leuke liedjes zingen die misschien samen met de instrumentjes ook bespeeld kunnen worden.
We gaan ontdekken dat dingen die je zegt ook kan worden opgeschreven met behulp van de liedjeskoffer. De kinderen noemen een titel van een liedje en die schrijven we op en stoppen in de koffer. Wanneer we genoeg liedjes hebben verzameld, gaan we grabbelen in de koffer en het gekozen papiertje lezen en samen zingen.
Motorische ontwikkeling:
We gaan heerlijk dansen, gekke bewegingen op muziek maken, vlug of langzaam stampen, klappen, springen, wiebelen en pieten gymmen!
Voor de fijne motoriek knutselen we een muziek instrument en maken we een mooie sinterklaasmijter voor de sinterklaasintocht en de Sinterklaasviering op school van 5 december. En maken we een mooie hanger voor in de kerstboom thuis.

Motorische ontwikkeling:
We dansen en verkleden samen op sinterklaas/kerst en verjaardag muziek, we doen pietengym
in de gymzaal, we bakken en eten pepernoten, samen de polonaise lopen, kortom we vieren
feest!
Zintuigelijke ontwikkeling:
Op de groep staat een zand/watertafel met daarin pepernoten en cadeautjes! We maken de
baard van Sinterklaas met scheerschuim. We maken een mooie kerstster van zelf-hardende klei,
maar ook proeven we natuurlijk onze eigen gemaakte pepernoten! En we maken heerlijk zandtaartjes in onze zandbak buiten!
Taalontwikkeling:
De taalontwikkeling gaan we stimuleren door veel boekjes te lezen van de bieb, maar ook door kringgesprekken te voeren. ‘Wat hoort er allemaal bij een feestje?’ ‘Wat staat er op jouw verlanglijstje?’ ‘Wat heb jij in jouw schoen gekregen?’ Is bij jullie thuis al de kerstboom opgezet?’ We gaan hierbij de woordenschat uitbreiden door middel van nieuwe woorden aanleren: Feest, versieren, slingers,
ballonnen, cadeautjes, Sinterklaas, Kerst. Ook bieden we veel knutselactiviteiten aan waarbij de taalontwikkeling aan bod komt!
Rekenkundige ontwikkeling:
Door middel van onze themahoek: De pakjeskamer, gaan we leren cadeautjes te tellen.
‘Hoeveel cadeautjes hebben we nog nodig?’ ‘Is dit cadeautje groter of kleiner?’ Maar ook door
middel van onze zand/water tafel: ‘Is dat cadeautje lichter of zwaarder?’ Ook gaan we pepernoten verstoppen en tellen! Tijdens onze tafelmomenten bespreken we elke dag de dagritme kaarten: ‘Wat hebben we net gedaan?’ Wat gaan we daarna doen?’ En niet te vergeten te aftelkalender van Sinterklaas op de groep, want…. Hoeveel nachtjes slapen nog? Alle kinderen komen als leuke kerstversiering met foto in de boom, hang jij hoog of laag in de boom? Kan jij 3 kerstballen in de boom hangen?
Fijne motoriek:
Er komen veel knutselactiviteiten aan bod: Een pietenmuts maken, de baard van sinterklaas maken met
scheerschuim, een kerstster maken van klei, en een mooie lange vlaggenlijn op de groep gemaakt door alle kinderen!

De volgende ontwikkelingsgebieden komen aan bod;

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Ruimte geven te experimenteren/nieuwe dingen uit te proberen om zo grenzen leren te
ontdekken. Bewegingen uitproberen bij de “Pietengym” , dit is goed voor het zelfvertrouwen.
Zintuigelijke ontwikkeling:
Zien/voelen aantal, welke kleur, vorm, groot en klein van bijv. de cadeautjes, verschillende
vormen, wat zou erin zitten? Is het hard of zacht? Proeven/ruiken Pepernoten, kerstlunch verschillende broodjes en beleg. Horen: liedjes zingen van Sint en Kerst.
Taalontwikkeling:
Uitbreiding woordenschat is een belangrijk onderdeel. Stimuleren om verstaanbaar en begrijpelijk te vertellen over zichzelf en ruimte geven om gesprekjes te beginnen met de leidster of andere kinderen.
Motorische ontwikkeling:
We gaan o.a. pietengym doen, cadeautjes inpakken, pepernoten bakken en nog veel mee
Rekenontwikkeling:
Inpakpapier meten, hoe groot moet het papier zijn voor de verschillende cadeautjes. Bij het
pepernoten bakken kijken we naar grote en kleine pepernoten, pepernoten tellen.
We doen het spel ;wat is er weg? Dit doen we door voorwerpen te verstoppen onder een doek
en dan een voorwerp te laten verdwijnen. Als we een cadeautje inpakken kijken we welke vorm
het heeft, rond, vierkant enz. Hoeveel cadeautjes hebben we

Taalontwikkeling:
Van de bieb mogen wij weer boeken lenen. De boeken die wij van de bieb krijgen hebben te maken met het thema. Wij zullen dus weer veel gaan voorlezen aan de kinderen. Tijdens het voorlezen zullen wij vragen stellen aan de peuters om zo te stimuleren om antwoord te geven op de vragen en naar elkaar luisteren.
Ook zingen wij weer liedjes die te maken hebben met het thema. Het liedje Ruspje Nooitgenoeg, Appel liep op spoorwegbaan en natuurlijk het gebruikelijk liedje tijdens het eet en drink moment.
Motorische ontwikkeling:
Hopelijk blijft het nog even mooi weer en kunnen wij nog lekker vaak buitenspelen. Tijdens het buitenspelen kunnen we samen met de kinderen opzoek gaan naar echte rupsen en vlinders. Ook zal de fijne motoriek vaak genoeg aan bod komen, er zullen weer mooie knutsel en plakwerkjes uit voort komen.
Rekenontwikkeling:
We zullen het fruit wat iedereen meebrengt gaan tellen en benoemen. In de kring zullen we ook gaan toveren! Hoeveel voorwerpen liggen er in de kring? Welke is er weggetoverd? En hoeveel ligt er nu nog?. We laten de peuters kennismaken met de omgeving vanuit het lichaam gezien. Dit doen we door de peuters een voorwerp te geven bijv. een stuk ‘fruit’ en benoemen waar ze deze mogen neerleggen bijv. voor de stoel, achter de stoel, onder de stoel, boven op je hoofd enz.  We zullen de peuters ook kennis laten maken de betekenis zwaar/licht, vol en leeg. Dit doen wij door te kijken en te voelen naar de fruitbakjes die zij meenemen.
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Met dit thema willen we de aandacht leggen op het helpen van elkaar. Mocht een peuter bij ons komen zullen wij ze stimuleren om ze eerst hulp te leren vragen bij andere peuters. We gaan ook samen kijken naar de gevoelens bij elkaar. Mocht er iets gebeurd zijn waardoor een kind boos, verdrietig of blij is, zullen wij deze emotie benoemen en uitleggen. Ook in spel vorm zullen wij de emoties leren te benoemen. In de kring kunnen wij vragen aan de kinderen of ze heel boos kunnen kijken of heel verdrietig.
Zintuigelijke ontwikkeling:
Met dit thema zullen we het zintuig proeven extra aanbod laten komen. We zullen met de peuters het verschil tussen zout, zoet en zuur ontdekken.

De diverse ontwikkelingsgebieden komen aan bod:
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Allereerst moeten we weer een beetje wennen na de vakantie. Weer vroeg je bed uit en naar school. Er zijn veranderingen in de groep: we maken kennis met de nieuwe vrijwilligsters op de dinsdag Gerli en Lotte en twee nieuwe peuters Stijn en Noud. Ook de peuters zijn gegroeid en we zien dat ze het fijn vinden om samen te kunnen spelen. We zorgen ervoor dat iedereen zich op zijn gemak voelt in de groep en we geven de ruimte om nieuwe dingen uit te proberen. Rupsje Nooitgenoeg eet een zure bom. Wat is dat? Wij gaan het proeven.
Taalontwikkeling:
We breiden de woordenschat uit door voor te lezen uit verschillende boeken passend bij het thema( zie woordenlijst) We zingen liedjes, leren versjes, en hebben kringgesprekken over de verschillende beestje die we buiten tegenkomen: de spin, de bij, de kevertjes, de mieren, de vliegen, de wespen ,het lieveheersbeestje, de rups en de vlinder. Hoe heten die dieren en hoe zien ze er uit? Wat kun je er over vertellen?
Rekenontwikkeling:
In het boek van Rupsje Nooitgenoeg komen we de getallen tegen: hoeveel aardbeien eet de rups? Hoeveel sinaasappels? We leren de dagen van de week. Het is dag en nacht. We sorteren en tellen het fruit. We zoeken beestjes.: kijk voor je, achter, boven je, opzij, naast je.
Motorische ontwikkeling:
Knutselen: we maken een wonderschone vlinder, bouwen huisjes voor de beestjes.
We hangen een vlinderkastje op. Kruipen, springen, rennen en vliegen in het rond. We leren de bewegingen die horen bij de liedjes en versjes.

Ook oefenen we de zelfstandigheid. We leren om te delen met andere kinderen. Samen spelen
in de kapperszaak. Meedoen aan nieuwe activiteiten, die best spannend kunnen zijn.
Taalontwikkeling:
We gaan gesprekjes voeren, stimuleren om begrijpelijk te vertellen. Reageren op wat je hebt
gehoord. Taalgrapjes maken en ontdekken dat er een verschil is tussen lezen en schrijven.
Afspraken schrijven in het afsprakenboek van de kapper.
We leren om je mening te uiten en vragen te stellen.
Rekenontwikkeling:
We doen ervaring op met de telrij, doordat we met geld omgaan bij het afrekenen. We doen
ervaring op met meten, klein stukje van het haar knippen of een groot stuk. We oefenen de
begrippen voor/achter, boven/onder, naast en in, dichtbij en veraf etc.
Spelontwikkeling:
Kappertje spelen in onze kapperszaak. De kassa bedienen en gesprekjes voeren aan de
telefoon.We maken afspraken. Lekker koffie drinken tussendoor. Wachten op het knippen.
Motorische ontwikkeling:
We hebben echte kapperspoppen die we elastiekjes indoen en waar we de haren met een
kwastje van verven mogen. We doen knipjes in en maken vlechtjes en staartjes. We
“knippen”;) en föhnen.
Natuurlijk gaan we ook ruiken aan shampoo en gel. We voelen nat en droog en warm en koud.
Het komt allemaal in de salon aan de orde.

 

Sociaal-emotionele ontwikkeling:
We gaan ons grotendeels zelf redden bij het toilet, met je jas uit en aandoen en met je tas uit en in te pakken. Daarnaast gaan we kijken of wij boos, blij of verdrietig kunnen zijn dit kunnen herkennen aan plaatjes maar ook om deze gevoelens te leren herkennen bij de andere peuter.
Ook gaan we samen leren om alle speelgoed op te leren ruimen. In welke hoek of bak horen de voorwerpen: de blokken, de auto’s of het leesboek?En wat als een peuter “nee” zegt wat ga jij dan doen?
Taalontwikkeling:
We hopen plezier te beleven aan het voorlezen van een prentenboek. We laten kinderen kennis maken met woorden met meerdere betekenissen zoals mijn neus-neus van de schoen, mijn oor-een oor van een kopje, mijn rug-de rug van een boek.
We gaan een gebaar voordoen om kinderen dit te laten raden. Denk bv aan een gebaar voor het eten en het drinken, het slapen, het huilen, het lachen. Peuters mogen dit natuurlijk ook proberen. Misschien komen ze wel heel gekke gebaren thuis en wellicht kunnen jullie thuis hier ook een leuke activiteit van maken. Ook gaan wij naast het lezen ook leren schrijven. Dit kan bij de ene peuter een krabbeltje zijn, bij de ander al een soort letter. Alles is oké, daar alle kinderen op hun eigen niveau dit laten zien. Bovendien gaan wij woorden in lettergrepen klappen om zo moeilijke woorden beter uit te kunnen spreken en te kunnen onthouden.
Rekenontwikkeling:
We gaan een liedje zingen waarin getallen naar voren komen bv 1,2,3,4 hoedje van papier
In de kring leggen wij 4 voorwerpen onder een doek om daarna 1 voorwerp weg te nemen. Wat zou er nu weg zijn? We gaan lekker bouwen met verschillende blokken en latjes, schroeven.
We leren tellen, hoeveel lichaamsdelen heb ik ? waar heb ik er 2 van en waar 1?
Wie zit er voor je en wie achter je? Een groot vel papier wordt op de kastdeur geplakt om alle kinderen te kunnen meten en op die plek mag een eigen gekozen sticker geplakt worden waardoor het herkenbaar zal zijn voor elke peuter. Zo groot ben ik dat is mijn sticker. We gaan vormen benoemen zoals rond, vierkant en driehoek die in een vormenbak zitten. Kunnen wij ook dezelfde bij elkaar zoeken? Groot-klein. Veel en weinig zullen hierbij ook naar voren komen. Buiten in de zandbak gaan we heerlijk spelen met de scheppen, emmers en vormen.
Zand laten we door onze hand glijden, hand of voetafdruk kun je in het zand maken. Hoe zal dit aanvoelen. We maken dan ook een blote voeten pad met lage bakken en verschillende materialen om te voelen of dit zal kriebelen, misschien een beetje hard of juist zacht aanvoelen.
Motorische ontwikkeling:
We gaan allerlei handelingen uitproberen: handjes wassen en afdrogen, afwassen en afdrogen van bestek, met zand en met water spelen.
Zintuigelijke ontwikkeling
We gaan voelen, kijken, horen en ruiken in de verschillende hoeken en tijdens de verschillende activiteiten.
Spelontwikkeling
We gaan met verschillende materialen en met de kinderen op een soort ontdekkingsreis. Wat kun je er zelf van maken, maak je een toren, kun je de rails aan elkaar leggen, mag de ander meedoen?

 Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Binnen dit thema komen best veel dingen voor die ook heel spannend kunnen zijn; grote voertuigen, harde geluiden… We stimuleren kinderen deel te nemen aan deze nieuwe activiteiten en laten ze zien dat het ook heel leuk kan zijn en proberen ze te helpen met het verwoorden van wat ze voelen.
Het wordt een thema vol belevenissen!
Taalontwikkeling:
Voor dit thema krijgen we van de Bibliotheek weer een aantal mooie boeken om samen te lezen en voor te lezen. Waaronder het boek “Anna in het verkeer” of “piep wil oversteken”. We stimuleren kinderen te vertellen wat ze zien in een boek en vragen te stellen.  Ook kunnen jullie op de groep foto’s van logo’s van voertuigen en vormen vinden; grappig dat er een naam bij een plaatje hoort.
Rekenontwikkeling:
Auto’s in lange rijen zetten… welke peuter doet het niet? We gaan de voertuigen tellen, de wielen, de ramen etc. Ook mogen kinderen vertellen of laten zien door een pictogram hoe ze naar de peuterspeelzaal komen. Komen dan de meeste kinderen met de fiets, auto of misschien het vliegtuig? En zien jullie ook bepaalde vormen (rond, vierkant of driehoek) bij de verkeersborden?
Natuurlijk gaan we ook veel bouwen; garages, treinbanen en van alles wat rijden kan!
In de klas hebben we een klok, zodat we kunnen zien hoe laat het is.
Motorische ontwikkeling:
In dit thema komt veel fietsen, rijden, steppen en andere manieren van vervoeren aan bod. We hopen dat we dit veel buiten kunnen doen! Binnen gaan we aan de slag met zand en auto’s om te kijken wat voor sporen ze maken. Natuurlijk gaan we ook mooie dingen knutselen met dit thema.
Zintuiglijke ontwikkeling
Er valt binnen dit thema veel te ontdekken. Op de groep kunnen de kinderen met een auto sporen door het zand maken. We gaan verschillende echte (grote?) voertuigen op ons plein of op de parkeerplaats bekijken; wie durft er even aan of in te zitten?
Welke geluiden maken de verschillende voertuigen? Waar komt het geluid vandaan? Wat is het: een bel of een toeter? Goed links en rechts kijken en luisteren of er wat aan komt voordat je de straat oversteekt.

Rekenontwikkeling:
We gaan ons zelf opmeten doormiddel van grote blokken, hoeveel blokken heb ik nodig en hoeveel heb jij er nodig? We gaan tellen; hoeveel armen, voeten, vingers en tenen heb ik en zouden we ook kunnen tellen hoeveel haren ik op mijn hoofd heb?
We doen spelletjes zoals; Wie zit er voor je, naast je en wie achter je. We doen toverspelletjes, en we benoemen/wijzen onze lichaamsdelen aan.
Taalontwikkeling:
We lezen samen boeken, zingen liedjes en kletsen over wie we zijn, wie wonen er allemaal in je huis, heb je een opa /oma?. We ontdekken dat wat we zeggen ook opgeschreven kan worden.
Motorische ontwikkeling:
We ontdekken wat we met ons eigen lichaam allemaal al kunnen. Kunnen we op 1 been staan, kunnen we sluipen als een tijger. Of hoe hoog durven we te klimmen in het klimrek? Ook gaan we weer knippen, plakken en kleuren. Buiten tekenen we met stoepkrijt en maken we een omtrek van ons lichaam.
Zintuiglijke ontwikkeling:
We gaan blind proeven en ruiken van etenswaren. Vinden we dit vies of lekker? is dit zoet, zuur of zout? En we voelen met onze vingers en blote voeten door het zand en water maar misschien ook wel door de scheerschuim! En buiten bekijken we onze schaduwen.
Sociaal emotionele ontwikkeling:
We gaan samen spelen en ontdekken hoe we kunnen zien als iemand boos, verdrietig of blij is. Hoe reageren we daar dan op? We leren dat ‘Nee’ zeggen een reactie opwekt van de ander.
We stimuleren de kinderen om elkaar te helpen en samen te delen. Peuters en dreumesen zijn natuurlijk erg gericht op het ‘zelf doen’, heel belangrijk voor de ontwikkeling van hun autonomie.
!!! Oproepje !!!
Graag willen we een foto van alle kinderen of het gezin op de groep ophangen, zodat we nóg meer naar onszelf kunnen kijken! Wilt u deze week een foto meegeven naar de kinderopvang/peuterspeelzaal? Alvast bedankt!
Over het thema…
Ieder kind maakt een eigen ‘Dit ben ik’- boekje.
In dit boekje komen verschillende dingen te staan; Hoelang ben ik, hoe veel weeg ik, wie zijn mijn papa en mama, welke kleur ogen heb ik,. Ook maken de kinderen voor in dit boek een mooie tekening van zichzelf!

Motorische ontwikkeling:
We maken een grote dobbelsteen met afbeeldingen die we na kunnen doen. Zo ervaren de
peuters wat ze wel of niet durven, waar ze hulp bij nodig hebben maar wat vooral belangrijk is,
is het plezier eraan beleven. Dit geldt ook voor het buiten spelen. Ze oefenen door te leren
fietsen, om te gaan met de loopfiets of loopkar, te klimmen en te klauteren. Maar we gaan
natuurlijk ook leuke knutselwerkjes maken.
Rekenontwikkeling:
Wij gaan verschillende liedjes zingen waarbij de getallen en de kleuren naar voren komen zoals
1,2,3,4, hoedje van papier.
De begrippen gaan we aanleren d.m.v. een gekleurd blok dat voor-achter, boven-onder, naast,opzij van jezelf neergelegd kan worden.